Bij het merendeel van mijn werk gebruik ik verschillende lagen om tot een interessant eindresultaat te komen. Ik ben van nature een voorstander van een vooraf bedacht plan en het stap voor stap uitvoeren daarvan. Het moet logisch en samenhangend zijn. In de kunst geef ik juist de voorkeur aan niet direct herkenbare vormen, vervreemding, patronen en contrasten van licht/donker, maar ook contrasten in vorm, structuur en materiaal. In mijn werk probeer ik beide benaderingen toe te passen. Ik werk heel systematisch, maar ik heb geen vooraf bepaald einddoel.

Bij elke laag bekijk ik opnieuw wat er nodig is om een nog interessantere afbeelding te creëren. Vaak dient de ondergrond als een soort collage. Het aanpassen van vormen en kleuren tot een samenhangend geheel kan mij uren bezighouden. Het maken van keuzes, het experimenteren en het zoeken naar interessante vormen zijn essentieel in mijn werk. Door scheuren, roestvorming en verbranding moet ik mijn geplande en gestructureerde werkwijze loslaten. Deze processen zijn slechts gedeeltelijk te sturen en de rest laat ik aan het lot over. Hoewel ik dit niet kan controleren, voelt het voor mij goed en is het steeds weer een verrassing wat eruit voortkomt.

Vanuit de gecreëerde ondergrond werk ik verder, vaak door contrasten aan te brengen met behulp van grafische patronen, figuren of kleuren, tot er een boeiend geheel ontstaat dat in balans is. Door de verschillende lagen en contrasten ontstaat er een afbeelding die niet direct te doorgronden is. De toeschouwer wordt uitgedaagd om zich af te vragen wat hij ziet en hoe het tot stand is gekomen. Dit maakt het werk interessant en boeiend voor zowel mij als de toeschouwer.